28-01-2011

MIJN MOEDERS HOOP, Francine Rivers


Met een niet al te grote verwachting begon ik aan het nieuwste boek van deze favoriete auteur in de christelijke leeswereld. Niet heel veel verwacht ik ervan. Er zijn wel eens boeken goed tegengevallen, met name de boeken over de vrouwen uit de Bijbel, je kent ze misschien wel. Maar over dit boek is weer veel enthousiasme. Is het omdat het van Francine Rivers is, omdat haar naam op het boek staat? Of verdient ze echt al deze lof? Kritisch begin ik…

9789029719001: Mijn moeders hoop
Mijn moeder hoop, Francine Rivers,
Historische fictie
416 pagina's
uitgeverij Kok
ISBN9789029719001
Prijs € 22,50

Direct zit ik midden in het verhaal. Het speelt zich af in 1901, in Zwitserland, bij een christelijk gezin. De tiran: vader, de nederige moeder. De dochter van 12, die een pak rammel krijgt omdat ze slaagt voor haar schoolexamen. “ Waarom jij wel en je broer niet?” Met al haar kennis probeert Martha haar broer aan een examen te helpen. Uiteindelijk slaagt hij (na twee jaar extra oefenen) voor het basisschoolexamen. Martha wordt naar Bern gestuurd voor een zesmaandelijkse opleiding huishouden. Dit ondanks haar hoge intelligentie.  Daar in Bern proeft ze vrijheid, zo zonder haar vader. Maar ze maakt zich ook zorgen om zusje en moeder. Elise is zwak, blijft het liefst bij moeder en vecht helemaal niet om vooruit te komen. Ze zou zonder haar moeder niet kunnen leven, klemt zich helemaal aan haar vast. Moeder lijdt aan TBC, wat ze voor Martha verborgen weet te houden.  Terwijl Martha  zich opmaakt haar eigen weg te gaan adviseert moeder haar in een gesprek onder vier ogen:
”Kom niet te vaak naar huis. Er kan een dag komen dat je vader je niet meer laat gaan”.


Martha kan zichzelf heel goed redden voor een meisje van 14. Ze reist vanuit Zwitserland (Bern) naar Frankrijk (Parijs), gaat daar aan het werk en leert zo de Franse taal kennen. Zo doet ze het ook als ze naar Engeland (Londen)reist. Als ze in Frankrijk is hoort ze dat haar zusje en moeder zijn overleden.  Schuldgevoelens spelen haar parten. Maar op de eis van vader direct terug te komen naar huis, reageert ze niet. In plaats daarvan gaat ze naar Engeland.
Martha slaat haar vleugels verder uit in Canada. Daar begint ze een eigen pension, wat ontzettend goed draait. Ze kan zich mede dank zij haar talenkennis heel goed redden. Al snel trouwt ze met Niclas, een Duitser die ook is geƫmigreerd naar Canada. Echter, als de eerste wereldoorlog uitbreekt ontkomt hij, juist vanwege zijn Duitse bloed, niet aan ontslag. Op zoek naar werk en door de tegenslag overmant groeien de twee steeds verder uit elkaar. Niclas staat als een eerlijke en betrouwbare hardwerkende man tegenover zijn werkgever, die hem jarenlang bedriegt. Martha is de vastbeslotene, die mede door het voorbeeld wat haar vader haar gaf, doelgericht haar eigen weg gaat. Dwalend gaan ze met het gezin door Amerika, terwijl bij Martha dat wat ze eens achter liet voor haar man, het pension, blijft lokken.
Na een heel moeilijk aantal jaren krijgen ze de kans een boederij te kopen. Zo is er eindelijk weer een dak boven hun hoofd. Inmiddels zijn er vier kinderen, drie sterke kinderen die voor hun eigen wil vechten en een meisje wat over zich heen laat lopen en een zwakke lichamelijke gezondheid heeft. Door juist haar streng op te voeden en hard aan te pakken meent Martha haar sterker te maken. Maar dit kind geeft haar veel zorgen, doet haar denken aan vroeger, aan haar zwakke zusje die zo door haar moeder beschermd werd. Dat al haar meiske nooit gebeuren. Zij moet leren zonder haar te kunnen.

Het boek is een tweeluik, in drie delen gedeeld. Eerst over Martha, daarna een deel over de oudste, zwakke dochter: Hildemara en op het eind komt er weer een klein deel over Martha. Daar ontmoeten we Martha als een oudere vrouw, weduwe, terugkijkend op haar leven.  Ze ontdekt dat ze het vele jaren helemaal zelf wilde doen, dat ze als moeder hard was voor haar kinderen, juist voor Hildemara. Pas na het overlijden van Niclas krijgt ze echt contact met  God, Die ook zijn God was.
En, al terugkijkend, merkt ze met schrik op dat er nog altijd woede tegen vader is, woede om wat hij haar als kind aandeed, woede om zijn strengheid, om zijn hardheid en liefdeloosheid.
Met een schok herkent ze zichzelf erin. Zoals vader deed tegen mij, zo deed ik tegen Hildemara.
“Zag haar dochter haar als onbuigzaam, nooit tevreden met Hildemara’s inspanningen. Altijd iets aan te merken, hardvochtig, niet in staat lief te hebben?”

Als Hildemara ernstig ziek blijkt en er hulp aan Martha wordt gevraagd   weet ze wat nu haar taak is. Een ommekeer heeft dit als gevolg:
“Heer, fluisterde ze, “leer mij hoe ik mijn dochter kan dienen.”

Aansluitend kun je je verdiepen in vragen, waardoor je nog beter over dit boek na gaat denken. Ook lees je daar een stukje levensbeschrijving van de schrijfster. Ze vertelt direct ook hoe dit boek tot stand is gekomen: door de levens van haar familie, moeder en oma.

Wat ik er van heb geleerd? Dat ik mijn kinderen het beste maar ‘allemaal gelijk’ kan behandelen. Dat angst voor wat mis kan gaan je erg in de greep kan hebben, maar dat ieder kind zijn/eigen waarde mag behouden. En: God gebruikt de zwakkere soms juist om de sterkere wakker te schudden.

Het boek is goed te lezen. Soms dwaalden mijn gedachten door, kom op, waar blijft de spanning. Was het even saai. Maar het verhaal was echt mooi, af en toe zelfs goed voor tranen..
Jammer dat het tijdsbestek groot was. Soms was er een halve pagina gewijd aan een paar jaar, dat stoorde mij wel, waarom zo, waarom niet anders?
Hoe? Ik ben geen schrijfster…helaas.

Ik begon met kritisch lezen. Maar deze auteur kreeg het toch weer voor elkaar om uiteindelijk ontspannen op de bank te ploffen en door te lezen.
Dus.. knap werk van Francine Rivers!!