Ik doe in januari mijn boekbespreking over het boek ‘ Twee donkere
ogen’.
Schrijver:
Geesje Vogelaar-van Mourik
Tekenaar:
Jaap Kramer
Uitgegeven in 2009, door uitgeverij de Banier en st. Stephanos
Personen: vader, moeder, Thom, Ernst, Eva, de mevrouw van
het oude huis en opa.
Hoofdpersonen: Thom, Ernst en Eva
Ernst houdt van lezen en in het boek dat hij leest, leest
hij over mensen die in een oud huis een schat vinden.
Thom heeft het boek ook gelezen en wil graag dat zij ook een
schat vinden in een oud huis.
Eva, hun zusje, leest een krant waarin foto’s staan. Er
staat een bruin meisje in, met donkere ogen, die zij financieel zou willen
adopteren, financieel adopteren is dat je zo’n meisje geld geeft zodat zij kan
overleven.
In het bos bouwen Thom, Ernst en Eva een hut, want ze zijn
soldaten. Als ze een keer door het bos marcheren, zien ze een oud huis. Ze
willen er de volgende dag een kijkje gaan nemen misschien is er wel een schat
en kunnen ze dat bruine kindje met die donkere ogen adopteren.
De volgende dag gaan Thom en Ernst het oude huis
verkennen, Eva houdt de wacht.
Ze roepen: Woont hier iemand? Er blijkt niemand te wonen, en
ze besluiten de volgende dag terug te komen met spullen zoals een zaklamp die
ze kunnen gebruiken.
De volgende dag beginnen ze weer met verkennen:
Ernst komt tussen de struiken aan de zijkant van het huis vandaan. 'De kust is veilig', zegt hij.
'Ik dacht dat ik net een vijand hoorde', zegt Thom.
'Dat geloof ik niet. DFan had onze koerierster alarm geslagen', antwoordt Ernst.
Thom kijkt eens naar de overkant van eht bospad. 'Ik zie Eva nergens. Zou ze er nog wel zitten?
'Ik zie haar ook niet. O ja, daar beweegt wat. Iets bruins. Dat is ze. Ik kon haar haast niet ontdekken. Ze heeft zich goed verdekt opgesteld.
Weer kraakt er iets, heel dichtbij. Ernst schrikt ook. Het is een vogel die in het dorre blad pikt. 'Wat hoor je dat hier goed', zegt Ernst. 'Dat komt natuurlijk omdat het zo stil is'. Dan....
'Vijanden op het pad', fluistert hij opeens.
Thom laat zich meteen voorover vallen. Zijn hart bonst. Als er maar niemand in de tuin komt. Ze kunnen niet wegkomen. En Eva zit helemaal alleen achter de boom...
Uiteindelijk blijkt het de vrouw van de boswachter met haar
hond te zijn.
Ze worden niet gevonden en opeens staat Eva ook weer achter
hen.
In het huis vinden ze een dichte pot, ze proberen het deksel
eraf te trekken, maar dat lukt niet. Dan proberen ze de pot kapot te slaan met
stokken.
OPEENS… Hé, wat is dat daar? Roept een vrouwenstem…
De jongens en Eva gooien de stokken naar en rennen weg, naar
huis.
Die nacht ligt Thom de hele tijd wakker, Ernst slaapt
allang.
Thom heeft spijt.
De volgende dag gaan ze weer naar het bos, de vrouw van het
oude huis staat buiten zij vraagt of ze de jongens gezien hebben die de pot
kapot hebben gemaakt. Nee, zeggen ze…
Die nacht kan Thom weer niet slapen, hij heeft spijt. Hij
besluit om naar beneden te gaan en alles te vertellen, dit doet hij en de
volgende ochtend wordt Ernst ook op het matje geroepen.
Daarna moeten ze met z’n drie-en, Thom, Ernst en Eva, naar
de vrouw van het oude huis. Thom verteld dat zij de pot kapot hadden gemaakt,
en de vrouw is blij dat ze het vertelden.
Thuis ziet Eva het bruine meisje met die donkere ogen voor
zich, en bedenkt dat ze nu, nu ze geen schat hebben, het meisje niet kunnen
adopteren. Of wel…?
Als je het wil weten moet je het boek zelf maar lezen…
Door Geert, 8 jaar